De meeste verrekijkers hebben een vergroting die tussen de 5x en 20x ligt. Zoals ook aangegeven wordt bij Aankoopadvies is een hogere vergroting niet altijd beter. Het komt er op neer dat u goed na moet denken over waar u de verrekijker voor wilt gebruiken. Wilt u de verrekijker meenemen tijdens het wandelen of wilt u objecten bekijken vanaf een vaste plek waar een statief kan worden gebruikt. Een goede vergroting om mee te kunnen nemen is 8x, ook 10x is nog wel te gebruiken onderweg. Bij hogere vergrotingen is het al verstandig om eventueel een statief te gebruiken. Hieronder ziet u een schema welke verrekijker waarvoor geschikt is.
Deze getallen staat voor de vergroting en de objectief grootte. Het eerste cijfer staat voor de vergroting van de verrekijker. Het cijfer dat daar staat geeft aan hoeveel dichterbij het object lijkt door de verrekijker ten opzichte van het blote oog. Het tweede cijfer geeft in millimeters de diameter van de objectief lenzen aan en daarmee de hoeveelheid licht die door de verrekijker komt. Als al het overige gelijk is bij een verrekijker, betekent grotere objectief lenzen een helderder en scherper beeld. Als er tussen het eerste en het tweede cijfer een – staat in plaats van een x dan gaat het om een zoom verrekijker. Deze verrekijkers hebben een variabele vergroting van het eerste tot het tweede cijfer.
Zoveel als u maximaal uit wil/kunt geven. Bij verrekijkers is het zo dat u krijgt waar u voor betaalt. U zult goed onderzoek moeten doen naar uw eigen wensen en eisen. Koop de beste verrekijker die u kunt kopen en ga vanaf daar verder. Hieronder staat een klein schema welke u qua prijs-kwaliteitverhouding kunt aanhouden.
Kinder verrekijker | < 25 euro |
Lage klasse verrekijker | < 100 euro |
Midden klasse verrekijker | 100 - 300 euro |
Hoogmidden klasse verrekijker | 300 - 750 euro |
Top klasse verrekijker | >750 euro |
De lichtsterkte van een verrekijker is de hoeveelheid licht die door de verrekijker kan komen. Dit getal is te berekenen door het kwadraat van de uittredepupil te nemen. Om verder te borduren op het voorbeeld van hierboven zou het kwadraat van 5 mm (50/10) een lichtsterkte van 25 opleveren (5x5). Echter is de lichtsterkte van 25 in dit geval slechts een indicatie. Dit komt omdat de kwaliteit van de coating en het gebruikte glas van grote invloed op de verrekijker zijn. De zijn mede verantwoordelijk voor het binnenhalen van een hoeveelheid licht en dus de lichtsterkte. Een 10x50 verrekijker met een HD glas en Full multi-coated objectieven zal dus een hogere lichtsterkte hebben dan een verrekijker met “gewoon” glas en slechts coated objectieven.
Het schemergetal geeft de werking van de verrekijker aan tijdens de schemering. Hierbij is het minimale schemergetal wat een verrekijker moet hebben 15. Mocht dit getal lager zijn dan 15, dan is de verrekijker eigenlijk alleen geschikt voor gebruik bij voldoende daglicht. Om het schemergetal van een verrekijker te berekenen doet u het volgende: U vermenigvuldigd de vergroting met de objectief grootte en van dit getal trekt u de wortel. Om het eerder genoemde voorbeeld maar weer te gebruiken (10x50): 10x50= 500 en √500= 22,36. Voor de verrekijker uit het voorbeeld geldt dus dat deze het schemergetal hoger is als 15 en dit maakte de verrekijker geschikt voor gebruik tijdens schemer.
De uittredepupil is de diameter van het licht als dit uit het oculair komt. Onze pupillen worden kleiner naarmate er meer licht op valt. Over het algemeen is een grote uittredepupil wenselijk wanneer u kijkt met weinig licht, zoals bijvoorbeeld bij sterrenkijken. Een kleinere uittredepupil is acceptabel wanneer er veel licht is. Als dit nummer er niet bij staat kunt u het zelf uitrekenen door de objectiefgrootte te delen door de vergroting. Bijvoorbeeld een verrekijker van 10×50, doet u 50/10= 5mm.
Dit getal is de ideale afstand tussen de oculairlens en uw oog. In principe is de uittredepupil afstand gerelateerd aan de vergroting, als de vergroting omhoog gaat, wordt de uittredepupil afstand kleiner. Mensen met een bril moeten hier extra aandacht aan schenken omdat de bril de afstand tussen oculairlens en het oog vergroot.
FOV staat voor Field-of-View en is hetzelfde als gezichtsveld. Dit betekent de breedte van het beeld zoals die gezien wordt door de verrekijker. Meestal wordt dit aangegeven als de breedte op een bepaalde afstand of in graden. Hoe breder het gezichtsveld is, hoe makkelijker het is om uw onderwerp te vinden. Bijvoorbeeld een gezichtsveld van 133 op 1000 meter betekent dat het complete beeld op 1000 meter afstand door de verrekijker 133 meter is. Als dit aangegeven wordt in graden dan kan dit op twee manieren. Gezichtsveld in graden of “Subjectief Gezichtsveld” in graden. Om te kunnen vergelijken vermenigvuldigd u het gezichtsveld in graden met 17,5 om het gezichtsveld op 1000 meter te krijgen. Als er in graden een getal wordt gegeven dat hoger is dat 15 dan is dit meestal het subjectieve gezichtsveld. Als u dat deelt door de vergroting heeft u het gezichtsveld in graden. Vermenigvuldig dit met 17,5 dan heeft u het gezichtsveld op 1000 meter.
Een coating is een laag die over het glasoppervlak heen gaat om de prestaties van een verrekijker te verbeteren. Deze laag dient er voornamelijk voor om meer licht door het optiek naar het oog te krijgen. Zonder enige vorm van coating kan het zijn dat nog niet eens de helft van het licht dat in de verrekijker valt tot aan het oog komt. Een goede coating betekent dus dat er kleinere objectieflenzen gebruikt kunnen worden om dezelfde hoeveelheid licht door de verrekijker te krijgen. Dit betekent dan weer een kleinere en meer handzame verrekijker. Daarnaast zorgen coatings voor bijvoorbeeld minder schittering en meer contrast. Let wel op; niet alle coatings zijn hetzelfde. Om de term “Coated” te mogen dragen moet er een enkele laag magnesium fluoride op één enkele lens zijn aangebracht. Om “Fully Coated” te zijn moet er een enkele laag coating op alle lenzen zijn aangebracht. “Multicoated” betekent dat in ieder geval één lens meerdere lagen coating heeft en “fully multi-coated” betekent dat alle lenzen tot wel 25 coating lagen kunnen hebben. De laatste vorm is de absolute top bij verrekijkers.
Prisma’s zijn dus van groot belang voor een verrekijker. Deze sturen het licht en dit maakt de kwaliteit van de prisma’s dus van groot belang. Bij verrekijkers worden er twee typen prisma’s onderscheiden: dakkant prisma’s en porro prisma’s. Bij verrekijkers die voorzien zijn van een dakkant prisma’s staan de lenzen en objecten in een rechte lijn achter elkaar. Bij verrekijkers met porro prisma’s sprake is van een parallelle verschuiving tussen de lenzen en objectieven (het licht buigt hier om een hoek). Hierdoor staan de objectieven van porro verrekijkers veel verder uit elkaar dan bij dakkant verrekijkers.