Een telescoop is een apparaat waarmee u objecten die heel ver weg zijn, dichtbij kunt halen. Ze worden veelal gebruikt voor astronomische doeleinden (sterrenkijken). Het woord telescoop komt van de griekse woorden “tele” en “skopein” welke betekenen: “ver” en “te kijken”.
Zover bekend kwam de eerste werkbare verrekijker/telescoop uit Nederland. In 1608 werd de Nederlandse verrekijker/telescoop door Hans Lippershey, Zacharias Janssen en Jacob Metius publiekelijk gemaakt. Dit was een van de allereerste werkende telescopen, al had deze kijker meer de kwaliteit van een verrekijker dan de kwaliteit van een telescoop. Een van de bekendste pioniers en uitvinders van de telescopen is de Italiaanse wetenschapper Galileo Galilei. Galileo verbeterde het ontwerp van de Nederlandse uitvinders zo sterk dat er met zijn telescoop bijzondere ontdekkingen werden gedaan. Deze telescopen maakten gebruik van een lens en een oculair om het licht mee op te vangen en te centreren. Een andere pionier op gebied van telescopen was de Engelse Sir Isaac Newton. Newton ontdekte dat er een langere brandspuntafstand mogelijk was door het gebruik van een spiegel en dat dit veel meer lichtopbrengst opleverde. Met deze eerste Reflectortelescoop werd het mogelijk om nog dieper in de sterrenhemel te kijken dan met de refractortelescopen van haar voorgangers.
Inmiddels zijn er drie soorten telescopen bekend. Simpel gezegd zijn er sterrenkijkers die gebruik maken van een lens, een spiegel of een combinatie van beide om licht op te vangen. Deze sterrenkijkers noemen wij een refractortelescoop, een reflectortelescoop en een Maksutov-Cassegraintelescoop. Hieronder word hun werking door middel van tekst dwarsdoorsneden verder uitgelegd.
Een refractortelescoop gebruikt lenzen voor astronomische waarnemingen en wordt daarom ook wel een lenzentelescoop genoemd. Het eerste type van dit model werd omstreeks 1600 gemaakt door de Italiaanse wetenschapper Galileo. Voorin de buis van een refractortelescoop bevindt zich een geplaatste lens. Het licht dat door de telescoop worden binnengehaald gaat hierbij door de lens en wordt daardoor afgebogen naar het brandpunt waar het beeld wordt gevormd. Met het oculair (een soort van loep) wordt het beeld met het menselijke oog bekeken.
Voordelen:
Nadelen:
Een reflectortelescoop gebruikt een holle spiegel achterin de telescoop voor astronomische waarnemingen en wordt hierdoor ook wel een spiegeltelescoop genoemd. Het eerste type van model werd omstreeks 1668 ontworpen door Sir Isaac Newton. Bij deze telescoop weerkaatst de achterin de telescoop ingebouwde spiegel de invallende lichtstralen terug naar voren naar een hulpspiegeltje. Dit hulpspiegeltje kaatst deze lichtstralen vervolgens weer door naar het oculair waar u met uw oog doorheen kijkt.
Voordelen:
Nadelen:
Deze telescoop soort gebruikt zowel spiegels als lenzen en is hiermee dus een kruising tussen een refractor- en een reflectortelescoop. Met deze telescoop worden de voordelen van een spiegeltelescoop(reflector) gecombineerd met een lenzentelescoop (refractor). Dit type telescoop werd omstreeks 1940 ontworpen door de Russische Ingenieur Dmitry Dmitrievich Maksutov. De telescoop maakt gebruikt van een holle spiegel achterin de telescoop die de invallende lichtstralen terugkaatst naar een dubbele holle lens. Op de achterkant van deze holle lens zit een (vang)spiegel die het licht door kaatst naar een gat in de hoofdspiegel waardoor het bekenen wordt met het oculair.
Voordelen:
Nadelen:
Nu u de verschillen tussen de verschillende telescopen weet wil u er mogelijk een aanschaffen. Maar waar dient u nog meer rekening mee te houden als u een telescoop wilt kopen? Hiervoor hebben wij een speciale begrippen pagina geschreven: Telescopen, de Belangrijkste Begrippen.